25. neemt nota van de opmerking van de Commissie dat de door rechtbanken uitgesproken vonnissen, ondanks de bepalingen in de nieuwe strafwet waarin 'doden uit morele overtuiging' als verzwarende omstandigheid bij moord wordt geclassificeerd, mild blijven; roept de justitiële autoriteiten op de bepalingen van de strafwet correct en effectief toe te passen en te interpreteren om dit soort misdaden te vermijden;
25. souligne le constat de la Commission selon lequel, quoique le code pénal fasse du crime d'honneur une circonstance aggravante du délit de meurtre, le bilan des décisions des tribunaux n'en demeure pas moins médiocre; invite les autorités judiciaires à appliquer et à interpréter correctement et efficacement les dispositions de la législation pénale en vue de prévenir les crimes de cette nature;