De onderhoudsvordering van de ascendenten wordt niet langer beperkt tot een vordering waarvan de omvang wordt bepaald door de erfrechten die ascendenten ten gevolge van giften aan de langstlevende echtgenoot verliezen — daarom wordt verder ook paragraaf 6 van artikel 1477 opgeheven (zie verder, artikel 66 van dit wetsvoorstel), waar sprake is van een onderhoudsverplichting « ten belope van de giften » die werden toegekend aan de langstlevende wettelijk samenwonende levensgenoot.
La créance alimentaire des ascendants n'est plus limitée à une créance dont l'importance est déterminée par les droits successoraux dont ils ont été privés par des donations au profit du conjoint survivant. On abroge donc le paragraphe 6 de l'article 1477 (cf. ci-après, article 66 de la présente proposition de loi), dans lequel il est question d'une obligation alimentaire à concurrence des droits dont sont privés les ascendants par des libéralités au profit du cohabitant légal survivant.