De reden hiervoor is dat het Executieverdrag nadrukkelijk verlangt dat de procedure in beroep een contradictoir karakter heeft, zonder daarbij onderscheid te maken naar gelang van de draagwijdte van de beslissing in eerste aanleg (arrest van 12 juli 1984 in zaak 178/83 (P. /K.), Jurisprudentie 1984, blz. 3033 tot en met 3043).
Il en est ainsi parce que la convention exige formellement que la procédure soit contradictoire au niveau de l'appel, sans distinguer selon la portée de la décision prise en première instance (arrêt de la Cour du 12 juillet 1984) dans l'affaire P/K, Recueil de la jurisprudence de la Cour 1984, pages 3033 à 3043)