2. vraagt om buitengewone steun voor het herstel van de bossen toe te kennen aan de kwetsbare plattelandsgebieden van doelstelling 2, om schade op korte termijn als gevolg van het onweer te voorkomen (verrotting en ontwikkeling van parasieten in het hout, zodat het niet meer geschikt is voor verhandeling), en om op middellange termijn een duurzamer gebruik van de bossen in Europa aan te moedigen, en herinnert eraan dat de lidstaten in de bosbouw de voornaamste beleidsbepalende factor vormen;
2. demande qu’une aide exceptionnelle à la forêt européenne soit affectée aux zones rurales fragiles de l’Objectif 2 avec pour but d’éviter les dégâts à court terme dus à la tempête (pourrissement et développement de parasites dans le bois, le rendant impropre à la commercialisation), et, à moyen terme, de promouvoir une utilisation plus durable des forêts européennes; rappelle que les États membres sont les acteurs principaux de la politique forestière;
