D
e lidstaten moet aan de hand van alternatieve maatregelen worden toegestaan te voldoen aan de verplichting om de met het onderhoud belaste entiteit aan te wijzen en te certificeren in het geval van voertuigen die in een derde land geregistreerd zijn en die worden onderhouden overeenkomstig de wetgeving van dat land, voertuigen die gebruikt worden op netwerken of spoorweglijnen waarvan de spoorbreedte verschilt van die van het al
gemene spoornetwerk binnen de Gemeenschap en waarvoor aan de verplichting om een met het onderhoud belaste
...[+++]entiteit aan te wijzen, wordt voldaan door middel van internationale overeenkomsten met derde landen, en voertuigen gebruikt door historische, museum- en toeristische spoorlijnen of militair materieel en bijzonder transport waarvoor de nationale veiligheidsinstantie vóór de dienstverlening een ad hoc-vergunning moet verlenen.Il convient d'autoriser les États membres à remplir les obligations d'identification et de certification de l'entité chargée de l'entretien par d'autres mesures dans le cas de véhicules immatriculés dans un pays tiers et entretenus conformément à la législation de ce pays, de véhicules utilisés sur des ré
seaux ou des lignes dont l'écartement des voies est différent de celui du réseau ferroviaire principal dans la Communauté et pour lesquels l'exigence d'identification d'une entité chargée de l'entretien est assurée par des accords internationaux conclus avec les pays tiers, et de véhicules utilis
...[+++]és par des chemins de fer à caractère patrimonial, muséologique ou touristique ou pour des transports spéciaux ou de matériel militaire nécessitant la délivrance d'un permis ad hoc par l'autorité nationale de sécurité avant la mise en service.