Art. 13. § 1. Als een persoon, voorafgaand aan of na het afleveren van zijn vergunning erkend entrepothouder of geregistreerde afzender, een onregelmatigheid of een overtreding andere dan deze bedoeld in artikel 22, § 3 van de wet heeft begaan, kan de directeur het bedrag van de zekerheid vastgesteld in artikel 19, § 2, 1° van de wet, op 50 pct. brengen of vaststellen van het bedrag van de accijnzen met betrekking tot de goederen die worden geproduceerd, verwerkt of voorhanden zijn in het belastingentrepot.
Art. 13. § 1. Lorsqu'une personne a commis, antérieurement ou postérieurement à la délivrance de son autorisation en vue d'exercer en qualité d'entrepositaire agréé, une irrégularité ou une infraction autre que celles visées à l'article 22, § 3 de la loi, le directeur peut porter ou fixer le montant de la garantie prévue à l'article 19, § 2, 1° de la loi, à 50 p.c. du montant de l'accise afférente aux produits fabriqués, transformés ou détenus dans l'entrepôt fiscal.