« Schenden artikel 39 van de wet van 3 juli 1978 en artikel 103 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat het ' lopende loon ' dat dient om het bedrag vast te stellen van de compenserende opzeggingsvergoeding die verschuldigd is aan een ontslagen werknemer wordt opgevat als het daadwerkelijk door hem ontvangen loon op het ogenblik dat zijn werkgever de wil uit om de overeenkomst te verbreken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien er een verschil in behandeling bestaat tussen de ontslagen werknemer die de opzeggingstermijn uitdoet en die de krachtens artikel 102 van de herstelwet van 22 janu
ari 1985 toegekende vergoeding blijft genieten ...[+++] en de werknemer die de in het voormelde artikel 102 bedoelde vergoeding niet geniet en die bijgevolg een compenserende opzeggingsvergoeding ontvangt die minder bedraagt dan het bedrag dat de werknemer ontvangt die de opzeggingstermijn daadwerkelijk uitdoet ?« L'article 39 de la loi du 3 juillet 1978 et l'article 103 de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales, interprétés en ce sens que la ' rémunération en cours ' servant à déterminer le montant de l'indemnité compensatoire de préavis due au tra
vailleur licencié s'entend de la rémunération effectivement perçue par celui-ci au moment de la manifestation de la volonté de rompre par l'employeur, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution dès lors qu'il existe une différence de traitement entre le travailleur licencié moyennant la prestation du préavis lequel continue à bénéficier de l'indemnité a
...[+++]ccordée en vertu de l'article 102 de la loi de redressement du 22 janvier 1985 et le travailleur ne bénéficiant pas de cette indemnité visée à l'article 102 précité qui par conséquent perçoit une indemnité compensatoire de préavis d'un montant inférieur à ce que perçoit effectivement le travailleur qui preste le préavis ?