In ieder geval mag niet worden vergeten dat de bepalingen van de nationale wetgeving, waarop artikel 58, lid 1, onder a), van het Verdrag betrekking heeft, overeenkomstig artikel 58, lid 3, van het Verdrag geen middel tot willekeurige discriminatie mogen vormen, noch een verkapte beperking van het vrije kapitaalverkeer en betalingsverkeer (106).
En tout état de cause, il ne faut pas oublier que l’article 58, paragraphe 3, du traité précise que les dispositions nationales visées à l’article 58, paragraphe 1, point a), du traité ne peuvent constituer ni un moyen de discrimination arbitraire ni une restriction déguisée à la libre circulation des capitaux et des paiements (106).