Bij de aanvang van de vergadering geeft de voorzitter kennis van de mededelingen, boodschappen, brieven en andere stukken die de Senaat betreffen, met uitzondering van naamloze of beledigende geschriften.
Au début de la séance, le président donne connaissance des communications, messages, lettres et autres envois qui concernent le Sénat, à l'exception des écrits anonymes ou injurieux.