Uit wat voorafgaat blijkt dat artikel 1675/8, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat advocaten van wie inlichtingen worden gevraagd over het vermogen van een persoon die in een procedure tot collectieve schuldenregeling is betrokken, zich niet op het beroepsgeheim kunnen beroepen, niet in een redelijk verband van evenredigheid staat tot het nagestreefde doel.
Il découle de ce qui précède que l'article 1675/8, alinéa 2, du Code judiciaire, en ce qu'il prévoit que des avocats saisis d'une demande d'informations sur le patrimoine d'une personne qui est en procédure de règlement collectif de dettes ne peuvent se prévaloir du secret professionnel, n'est pas raisonnablement proportionné à l'objectif poursuivi.