181. Zoals in artikel 12 van het Verdrag, moeten de verdragsstaten de confiscatie mogelijk maken van de opbrengsten van het misdrijf, in dit geval van op ongeoorloofde wijze vervaardigde en verhandelde vuurwapens, de onderdelen, componenten en munitie ervan.
181. Comme à l'article 12 de la Convention, les États parties doivent permettre la confiscation des produits du crime, en l'espèce les armes à feu, leurs pièces, éléments et munitions ayant fait l'objet d'une fabrication ou d'un trafic illicites.