Krachtens artikel 35 van het Verdrag heeft het Hof de bevoegdheid om op verzoek van een rechtbank uit een bepaalde lidstaat bij wijze van prejudiciële beslissing een uitspraak te doen over zowel de geldigheid of uitlegging van kaderbesluiten en beschikkingen, de uitlegging van krachtens Titel VI van het Verdrag gesloten verdragen, als over de geldigheid en de interpretatie van de uitvoeringsmaatregelen hiertoe.
En vertu de l’Article 35 du traité, la Cour est compétente, sur demande d’une cour ou d’un tribunal d’un État membre, pour statuer à titre préjudiciel sur la validité ou l’interprétation des décisions-cadres et des décisions, sur l’interprétation des conventions établies en vertu du Titre VI du traité, et sur la validité et l’interprétation des mesures qui les mettent en œuvre.