In gevallen waarin bepalingen van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen rechtstreeks of analoog van toepassing zijn op geaccrediteerde parlementaire medewerkers, dient met deze factoren rekening te worden gehouden, met strikte inachtneming van met name het wederzijdse vertrouwen dat kenmerkend dient te zijn voor de beroepsrelatie tussen de geaccrediteerde parlementaire medewerkers en het lid of de leden van het Europees Parlement dat/die zij assisteren.
Lorsque des dispositions du régime applicable aux autres agents des Communautés européennes s'appliquent aux assistants parlementaires accrédités, que ce soit directement ou par analogie, il convient de prendre en compte ces facteurs en se référant strictement, en particulier, à la confiance mutuelle qui doit caractériser la relation professionnelle entre lesdits assistants et le ou les députés au Parlement européen qu'ils assistent.