Spreker verzet zich tegen de karikaturale voorstelling van het juridisch leven, als zou men twee soorten juristen hebben, namelijk juristen met een hart enerzijds en juristen met een verdorde geest anderzijds, zonder enige openheid op de werkelijkheid en doof voor het menselijk tekort.
L'intervenant rejette la vision caricaturale que l'on donne du monde juridique, qui revient à dire qu'il y a deux sortes de juristes, à savoir des juristes qui ont un coeur et des juristes à l'esprit étriqué qui n'ont pas le sens des réalités et qui méconnaissent la condition humaine.