3. De zware misdrijven met betrekking tot de georganiseerde criminaliteit en die niet worden opgesomd in artikel 1, worden beoordeeld door de bevoegde overheden van de Verdagsluitende Partijen volgens het nationale recht van de Staten waartoe zij behoren.
3. Les formes de criminalité graves relevant de la criminalité organisée qui ne sont pas définies à l'article 1 sont appréciées par les services nationaux compétents selon la législation nationale des États auxquels ils appartiennent.