Het is van belang dat niet alleen ontbrekende of onvolledige informatie voor betalingsdienstaanbieders een factor voor een verdenking vormt, maar dat ze door hun risicogebaseerde aanpak ook in staat zijn om verdachte geldovermakingen te identificeren en in de vastgestelde risicosituaties, zoals in geval van ongewoon grote transacties of ongewone transactiepatronen of transacties met een complexe achtergrond of een complex doel (als bedoeld in artikel 16, lid 2 en bijlage III van de vierde antiwitwasrichtlijn) passende actie te ondernemen.
Il importe que, d'une part, l'absence ou le caractère incomplet des informations soit pour le prestataire un motif de soupçon et que, d'autre part, l'approche fondée sur les risques le place en situation de repérer les virements douteux et de prendre les mesures qui s'imposent également dans les situations de risques identifiés, comme les opérations d'un montant inhabituellement élevé, des modes inhabituels de transaction ou une configuration et une finalité complexes de l'opération (d'après la liste figurant à l'article 16, paragraphe 2, et à l'annexe III de la quatrième directive anti-blanchiment).
