De ambtenaar van de burgerlijke stand moet het dossier aan de procureur des Konings van het arrondissement zenden wanneer omstandigheden het vermoeden van een gewelddadige of verdachte dood wettigen, of wanneer de geneesheer in een van de onder 1 van artikel 22 van die wet voorgeschreven documenten, niet heeft kunnen bevestigen dat er geen tekens of aanwijzingen van een gewelddadige of verdachte dood waren.
Le dossier doit être transmis par l'officier de l'état civil au procureur du Roi de l'arrondissement lorsqu'il existe des circonstances permettant de soupçonner qu'il y a eu mort violente ou suspecte ou lorsque, dans l'un des documents exigés par le 1er de l'article 22 de cette loi, le médecin n'a pu affirmer qu'il n'y avait pas de signes ou indices de mort violente ou suspecte.