Traduction de «verbranding van waterstof » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

ongeval met verbranding van waterstof
accident de combustion d'hydrogène

waterstof
hydrogène

vaste waterstof | waterstof in vaste fase
hydrogène en phase solide

waterstofproductie [ vloeibare waterstof | waterstofproduktie ]
production d'hydrogène [ hydrogène liquide ]

Euro-Quebec-hydro-waterstof-project | Project Euro-Quebec Hydro-Waterstof | EQHHPP [Abbr.]
projet d'hydrocarbures Euro-Québec | projet Euro-Québec Hydrohydrogène | EQHHPP [Abbr.]

ongeval door vloeibare waterstof
accident dû à de l'hydrogène liquide

verbranding
combustion

kooktoestel met verbranding
appareil de cuisson à combustion

Europese gemeenschappelijke onderneming [ gemeenschappelijke onderneming Artemis | Gemeenschappelijke Onderneming BBI | Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën | Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof | gemeenschappelijke onderneming Clean Sky | Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel | gemeenschappelijke onderneming ENIAC | Gemeenschappelijke Onderneming FCH | Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy | gemeenschappelijke onderneming IMI | Gemeenschappelijke Onderneming S2R | gemeenschappelijke onderneming SESAR | Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail ]
entreprise commune européenne [ EC Bio-industries | EC S2R | entreprise commune Artemis | entreprise commune Bio-industries | entreprise commune Clean Sky | entreprise commune ECSEL | entreprise commune ENIAC | entreprise commune Fusion for Energy | entreprise commune IMI | entreprise commune PCH | entreprise commune Piles à combustible et Hydrogène | entreprise commune S2R | entreprise commune SESAR | entreprise commune Shift2Rail ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Art. 26. Bij wijze van afwijking van artikel 17, punt a), is het voorlopige jaarlijkse aantal kosteloos toegewezen emissierechten voor een subinstallatie met betrekking tot de productie van monomeer vinylchloride (hierna « VCM ») gelijk aan de waarde van de VCM-benchmark vermenigvuldigd met het historische activiteitsniveau voor de VCM-productie, uitgedrukt in ton, en vermenigvuldigd met het quotiënt van de directe emissies voor de productie van VCM met inbegrip van emissies van netto ingevoerde warmte tijdens de referentieperiode bedoeld in artikel 2, 21°, berekend overeenkomstig artikel 28, § 2, en uitgedrukt in ton kooldioxide-equivalent, en de som van deze directe emissies en de waterstofgerelateerde emissies voor de productie van VCM tijdens deze referentieperiode, uitgedrukt in ton kooldioxide-equivalent, berekend op basis van het historische verbruik van warmte afkomstig van de verbranding van waterstof uitgedrukt in terajoule (TJ), vermenigvuldigd met 56,1 t kooldioxide per terajoule.
Art. 26. Par dérogation à l'article 17, point a), le nombre annuel provisoire de quotas d'émission alloués à titre gratuit à une sous-installation produisant du chlorure de vinyle monomère (ci-après « CVM ») correspond à la valeur du référentiel relatif au CVM multipliée par le niveau d'activité historique de la production de CVM, exprimé en tonnes, et multipliée par le quotient des émissions directes liées à la production de CVM, y compris les émissions liées à la chaleur importée nette durant la période de référence visée à l'article 2, 21°, calculées conformément à l'article 28, § 2, exprimées en tonnes équivalent dioxyde de carbone, et de la somme de ces émissions directes et des émissions liées à l'hydrogène résultant de la production de CVM durant cette période de référence, exprimées en tonnes équivalent dioxyde de carbone et calculées sur la base de la consommation de chaleur historique liée à la combustion d'hydrogène, exprimée en térajoules (TJ), fois 56,1 tonnes de dioxyde de carbone par térajoule.

5. „bovenste verbrandingswaarde” (GCV): de totale hoeveelheid warmte die wordt afgegeven door een hoeveelheid brandstof per eenheid als deze volledig met zuurstof wordt verbrand en de verbrandingsproducten tot omgevingstemperatuur zijn afgekoeld; deze hoeveelheid omvat de condensatiewarmte van waterdamp in de brandstof en van waterdamp die ontstaat door de verbranding van waterstof in de brandstof.
«pouvoir calorifique supérieur» (PCS), la quantité totale de chaleur émise par une quantité unitaire de combustible lorsqu’elle est brûlée complètement avec de l’oxygène et lorsque les produits de combustion sont revenus à la température ambiante; cette quantité inclut la chaleur de condensation de la vapeur d’eau éventuellement contenue dans le combustible et de la vapeur d’eau formée par la combustion de l’hydrogène éventuellement contenu dans le combustible.

5. „bovenste verbrandingswaarde” (GCV): de totale hoeveelheid warmte die wordt afgegeven door een hoeveelheid brandstof per eenheid als deze volledig met zuurstof wordt verbrand en de verbrandingsproducten tot omgevingstemperatuur zijn afgekoeld; deze hoeveelheid omvat de condensatiewarmte van waterdamp in de brandstof en van waterdamp die ontstaat door de verbranding van waterstof in de brandstof;
«pouvoir calorifique supérieur» (PCS), la quantité totale de chaleur émise par une quantité unitaire de combustible lorsqu’elle est brûlée complètement avec de l’oxygène et lorsque les produits de combustion sont revenus à la température ambiante; cette quantité inclut la chaleur de condensation de la vapeur d’eau éventuellement contenue dans le combustible et de la vapeur d’eau formée par la combustion de l’hydrogène éventuellement contenu dans le combustible;

5° toewijzing met betrekking tot monomeer vinylchloride : het voorlopige jaarlijkse aantal kosteloos toegewezen emissierechten voor een subinstallatie met betrekking tot de productie van monomeer vinylchloride (hierna VCM te noemen) is gelijk aan de waarde van de VCM-benchmark, vermenigvuldigd met het historische activiteitsniveau voor de VCM-productie, uitgedrukt in ton, en vermenigvuldigd met het quotiënt van de directe emissies voor de productie van VCM met inbegrip van emissies van netto ingevoerde warmte tijdens de referentieperiode, berekend als de hoeveelheid meetbare warmte die tijdens de gekozen referentieperiode voor de vervaardiging van het betrokken product werd ingevoerd uit een BKG-installatie, vermenigvuldigd met de waarde van de warmtebenchmark, vermeld in bijlage 3.1 en uitgedrukt in ton CO-equivalent, en de som van deze directe emissies en de waterstof gerelateerde emissies voor de productie van VCM tijdens de gekozen referentieperiode, uitgedrukt in ton CO-equivalent, berekend op basis van het historische verbruik van warmte die afkomstig is van de verbranding van waterstof, uitgedrukt in terajoule (TJ), vermenigvuldigd met 56,1 t kooldioxide per terajoule;
5° application pour le chlorure de vinyle monomère : le nombre annuel provisoire de quotas d'émission alloués à titre gratuit à une sous-installation produisant du chlorure de vinyle monomère (ci-après " CVM" ) correspond à la valeur du référentiel relatif au CVM multipliée par le niveau d'activité historique de la production de CVM, exprimé en tonnes, et multipliée par le quotient des émissions directes liées à la production de CVM, y compris les émissions liées à la chaleur importée nette durant la période de référence choisie, correspondant à la quantité de chaleur mesurable importée durant la période de référence choisie, pour la fabrication du produit concerné, à partir d'installations GES, multipliée par la valeur du référentiel de chaleur figurant à l'annexe 3.1., exprimées en tonnes équivalent dioxyde de carbone, et de la somme de ces émissions directes et des émissions liées à l'hydrogène résultant de la production de CVM durant la période de référence choisie, exprimées en tonnes équivalent dioxyde de carbone et calculées sur la base de la consommation de chaleur historique liée à la combustion d'hydrogène, exprimée en térajoules (TJ), fois 56,1 tonnes de dioxyde de carbone par térajoule;

5° toewijzing met betrekking tot monomeer vinylchloride : het voorlopige jaarlijkse aantal kosteloos toegewezen emissierechten voor een subinstallatie met betrekking tot de productie van monomeer vinylchloride (hierna VCM te noemen) is gelijk aan de waarde van de VCM-benchmark vermenigvuldigd met het historische activiteitsniveau voor de VCM-productie, uitgedrukt in ton, en vermenigvuldigd met het quotiënt van de directe emissies voor de productie van VCM, met inbegrip van emissies van netto ingevoerde warmte tijdens de gekozen referentieperiode, berekend als de hoeveelheid meetbare warmte die tijdens de gekozen referentieperiode, voor de vervaardiging van het betrokken product werd ingevoerd uit BKG-installaties, vermenigvuldigd met de waarde van de warmtebenchmark, vermeld in bijlage 3.1 en uitgedrukt in ton CO-equivalent, en de som van deze directe emissies en de waterstofgerelateerde emissies voor de productie van VCM tijdens de gekozen referentieperiode, uitgedrukt in ton CO-equivalent, berekend op basis van het historische verbruik van warmte afkomstig van de verbranding van waterstof uitgedrukt in terajoule (TJ), vermenigvuldigd met 56,1 t kooldioxide per terajoule;
5° allocation pour le chlorure de vinyle monomère : le nombre annuel provisoire de quotas d'émission alloués à titre gratuit à une sous-installation produisant du chlorure de vinyle monomère (ci-après " CVM" ) correspond à la valeur du référentiel relatif au CVM multipliée par le niveau d'activité historique de la production de CVM, exprimé en tonnes, et multipliée par le quotient des émissions directes liées à la production de CVM, y compris les émissions liées à la chaleur importée nette durant la période de référence choisie, correspondant à la quantité de chaleur mesurable importée durant la période de référence choisie, pour la fabrication du produit concerné, à partir d'installations GES, multipliée par la valeur du référentiel de chaleur figurant à l'annexe 3.1., exprimées en tonnes équivalent dioxyde de carbone, et de la somme de ces émissions directes et des émissions liées à l'hydrogène résultant de la production de CVM durant la période de référence choisie, exprimées en tonnes équivalent dioxyde de carbone et calculées sur la base de la consommation de chaleur historique liée à la combustion d'hydrogène, exprimée en térajoules (TJ), fois 56,1 tonnes de dioxyde de carbone par térajoule;

Onder „energiebronnen” wordt verstaan alle alternatieve bronnen van energie voor het vervoer, zoals elektriciteit en waterstof, die niet door middel van verbranding of andere vormen van oxidatie worden verkregen.
On entend par sources d'énergie toutes les sources d'énergie alternatives destinées aux transports, telles que l'électricité et l'hydrogène, qui ne doivent pas être libérées par une réaction d'oxydation avec ou sans combustion.

(4a) Onder „energiebronnen” wordt verstaan alle alternatieve bronnen van energie voor het vervoer, zoals elektriciteit en waterstof, die niet door middel van verbranding of andere vormen van oxidatie worden verkregen.
(4 bis) On entend par sources d'énergie toutes les sources d'énergie de substitution destinées aux transports, telles que l'électricité et l'hydrogène, qui ne doivent pas être libérées par une réaction d'oxydation avec ou sans combustion.

Bij wijze van afwijking van artikel 10, lid 2, onder a), is het voorlopige jaarlijkse aantal kosteloos toegewezen emissierechten voor een subinstallatie met betrekking tot de productie van monomeer vinylchloride (hierna „VCM”) gelijk aan de waarde van de VCM-benchmark vermenigvuldigd met het historische activiteitsniveau voor de VCM-productie, uitgedrukt in ton, en vermenigvuldigd met het quotiënt van de directe emissies voor de productie van VCM met inbegrip van emissies van netto ingevoerde warmte tijdens de referentieperiode bedoeld in artikel 9, lid 1, berekend overeenkomstig artikel 14, lid 2, en uitgedrukt in ton kooldioxide-equivalent, en de som van deze directe emissies en de waterstofgerelateerde emissies voor de productie van VCM tijdens de referentieperiode bedoeld in artikel 9, lid 1, uitgedrukt in ton kooldioxide-equivalent, berekend op basis van het historische verbruik van warmte afkomstig van de verbranding van waterstof uitgedrukt in terajoule (TJ), vermenigvuldigd met 56,1 t kooldioxide per terajoule.
Par dérogation à l’article 10, paragraphe 2, point a), le nombre annuel provisoire de quotas d’émission alloués à titre gratuit à une sous-installation produisant du chlorure de vinyle monomère (ci-après «CVM») correspond à la valeur du référentiel relatif au CVM multipliée par le niveau d’activité historique de la production de CVM, exprimé en tonnes, et multipliée par le quotient des émissions directes liées à la production de CVM, y compris les émissions liées à la chaleur importée nette durant la période de référence visée à l’article 9, paragraphe 1, de la présente décision, calculées conformément à l’article 14, paragraphe 2, exprimées en tonnes équivalent dioxyde de carbone, et de la somme de ces émissions directes et des émissions liées à l’hydrogène résultant de la production de CVM durant la période de référence visée à l’article 9, paragraphe 1, de la présente décision, exprimées en tonnes équivalent dioxyde de carbone et calculées sur la base de la consommation de chaleur historique liée à la combustion d’hydrogène, exprimée en térajoules (TJ), fois 56,1 tonnes de dioxyde de carbone par térajoule.

Eenvoudiger gezegd, het gaat hier om het gebruik van waterstof door verbranding.
Plus simplement, il s'agit ici d'une utilisation de l'hydrogène par combustion.

19. wijst erop dat biomassa kan voorzien in 15% van de energiebehoeften van de Unie door conventionele verbranding, terwijl door vergassing moleculaire waterstof geproduceerd kan worden, dat gebruikt kan worden om op zeer efficiënte wijze elektriciteit te produceren of met nog meer efficiency en flexibiliteit in brandstofcellen; verzoekt de Commissie, mede gezien het extra inkomen dat de productie van biomassa kan opleveren voor de land- en bosbouwsector en de vraag naar waterstof, een spoedprogramma ten uitvoer te leggen voor zo snel mogelijke productie en verzameling van land- en bosbouwafval, vergassing en gebruik van het geproduceerde gas;
19. fait observer que la biomasse peut satisfaire 15% des besoins énergétiques de l'Union par combustion conventionnelle; que la pyrolyse permet d'isoler le contenu hydrogène sous forme d'hydrogène moléculaire, qui peut servir à la production d'électricité d'une manière très efficace du point de vue énergétique grâce au cycle combiné ou aux piles à hydrogène, formule qui permet d'accroître encore l'efficacité et la souplesse; demande à la Commission, eu égard aux avantages qu'apporterait aux secteurs agricole et sylvicole le revenu supplémentaire ainsi qu'à la nécessité de l'hydrogène, d'élaborer un programme pour l'organisation de la production, de la collecte des résidus agricoles et forestiers, de la pyrolyse et de l'utilisation du gaz produit;