Een verboden differentiatie kan een discriminatie zijn in de zin van de antidiscriminatiewetgeving, waaronder de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 95 van 10 oktober 2008 betreffende de gelijke behandeling gedurende alle fasen van de arbeidsrelatie, maar kan ook rusten op het verbod om te discrimineren op grond van de uitoefening van een mandaat als werknemersvertegenwoordiger.
Une différenciation interdite peut être une discrimination au sens de la législation anti-discrimination, dont la convention collective de travail n° 95 du 10 octobre 2008 concernant l'égalité de traitement durant toutes les phases de la relation de travail, mais aussi reposer sur l'interdiction de discrimination en raison de l'exercice d'un mandat comme représentant des travailleurs.