Het Hof van Justitie heeft bijvoorbeeld geoordeeld dat het recht op een rechtzaak in een bepaalde taal[76] en de mogelijkheid voor een migrerende werknemer om voor zijn ongehuwde partner toestemming te verkrijgen om samen met hem in de ontvangende lidstaat te verblijven[77] beschouwd moeten worden als sociale voordelen in de zin van artikel 7, lid 2, van de verordening.
La Cour a ainsi considéré que la faculté de demander qu’une procédure judiciaire se déroule dans une langue déterminée[76] et la possibilité pour un travailleur migrant d’obtenir que son partenaire non marié soit autorisé à séjourner avec lui[77] doivent être considérées comme relevant de la notion d’avantage social au sens de l’article 7, paragraphe 2, du règlement.