De verbintenissen tot betaling van een geldsom welke hun grondslag hebben in de tussen een vereniging en haar leden bestaande lidmaatschapsverhouding, zijn te beschouwen als « verbintenissen uit overeenkomst" , waarbij het geen verschil uitmaakt of de betrokken verbintenissen zonder meer uit de toetreding als lid voortvloeien dan wet uit een of meer besluiten van organen van die vereniging (arrest van 22 maart 1983 in zaak 34/82 (Peters/ZNAV), Jurisprudentie 1983, blz. 987 tot en met 1004).
Les obligations ayant pour objet le versement d'une somme d'argent et trouvant leur fondement dans le lien d'affiliation existant entre une association et ses adhérents relèvent de la « matière contractuelle », que ces obligations découlent directement de l'adhésion ou résultent de décisions arrêtées par les organes de l`association (arrêt de la COUR du 22 mars 1983 dans l'affaire 34/82, Peters/ZNAV, Recueil de la jurisprudence de la Cour 1983, pages 987 à 1004).