Het concrete probleem hierbij schuilt in artikel 4, in fine, van het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van de te bouwen of in aanbouw zijnde woningen (Belgisch Staatsblad van 4 november 1971). Het laatste lid bepaalt het volgende: " De verbintenis van de borg eindigt bij de voorlopige oplevering der werken" .
Le nœud du problème réside dans la formulation de l'article 4, in fine, de l'arrêté royal du 21 octobre 1971 portant exécution de la loi du 9 juillet 1971 réglementant la construction d'habitations et la vente d'habitations à construire ou en voie de construction (Moniteur belge du 4 novembre 1971) dont le dernier alinéa stipule que « L'engagement de la caution prend fin à la réception provisoire des travaux ».