Het resterende gedeelte van het kadastraal inkomen wordt vervolgens vermeld in vak IV, A, rubriek 6, a, tegenover code 109, terwijl het gedeelte van de beroepshuur en de huurvoordelen dat verband houdt met het gedeelte van het onroerend goed dat voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid wordt gebruikt, tegenover code 110 moet worden ingevuld.
La partie restante du revenu cadastral est donc mentionnée au cadre IV, A, rubrique 6, a, au code 109, tandis que la partie du loyer professionnel et ces avantages locatifs, qui se rapportent à la partie du bien immobilier qui est affectée à l'exercice de l'activité professionnelle, doit être mentionnée au code 110.