5. De directeur legt voor zijn werkzaamheden verantwoording af aan de raad van bestuur, die hem op voorstel van de Commissie vóór het verstrijken van zijn ambtstermijn uit zijn ambt kan ontzetten.
5. Le directeur rend compte de ses actions au conseil de direction, qui peut, sur proposition de la Commission, mettre un terme aux fonctions du directeur avant l'expiration de son mandat.