Ten aanzien van de door de Ministerraad aangevoerde verantwoording, de motieven van eenvoud en leesbaarheid van de teksten alsmede de onmogelijkheid om de betwiste bepalingen op te heffen omdat de rekeningen nog niet zouden zijn afgesloten, merkt de verzoekende partij op dat die argumenten geen enkele grondslag vinden in de parlementaire voorbereiding van de wet van 2 januari 2001 en dat zij in werkelijkheid niet gegrond zijn.
Concernant la justification avancée par le Conseil des ministres, les motifs de simplicité et de lisibilité des textes ainsi que l'impossibilité d'abroger les dispositions en cause parce que les comptes ne seraient pas clôturés, la requérante relève que ces arguments ne trouvent aucun fondement dans les travaux préparatoires de la loi du 2 janvier 2001 et qu'ils ne sont en réalité pas fondés.