De artikelen 8 en 10 van deze wet staan immers een uitzondering toe op de verplichting om houder te zijn van een veiligheidsmachtiging voor de gerechtelijke overheden wat hun eigen bevoegdheden betreft, en anderzijds bepaalt artikel 24 § 4 van het koninklijk besluit van 24 maart 2000, ter uitvoering van de wet, dat « geen enkele vraag om veiligheidsmachtiging aan de voorzitter van de Nationale veiligheidsoverheid mag worden gericht voor de leden van de rijkswacht of andere politiediensten ».
En effet, les articles 8 et 10 de cette loi établissent une exception à l'obligation de détenir une habilitation de sécurité en ce qui concerne les autorités judiciaires dans le cadre de leurs compétences propres et, d'autre part, l'article 24 § 4 de l' arrêté royal du 24 mars 2000 portant exécution de la loi, prévoit qu'« aucune demande d'habilitation de sécurité ne pourra être adressée au président de l'Autorité nationale de sécurité pour les membres de la gendarmerie ou d'autres services de police ».