– gemeenschappelijke minimumeisen inzake veiligheid voor de bevoorradingsexploitanten die vervoer over land verzekeren; wederzijdse erkenning van het statuut van “veilige exploitant” waardoor deze exploitanten over faciliteiten kunnen beschikken en onder een vereenvoudigde nationale procedure vallen en het risico op discriminatie wordt vermeden;
– des exigences minimales communes de sûreté pour les groupes d'opérateurs exerçant leur activité dans la chaîne d'approvisionnement pour les transports terrestres ; la reconnaissance mutuelle du statut d'«opérateur sûr», permettant ainsi à tous les «opérateurs sûrs» de bénéficier des facilités et simplifications au niveau national et écartant le risque de discrimination ;