5. Zoals voor alle uitgaven op begrotingsmiddelen wordt de controle op de uitgaven van het fonds geregeld door de Grondwet, de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd bij koninklijk besluit van 17 juli 1991, het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastleggingen van uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat en de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof.
5. Comme pour toutes dépenses effectuées sur des moyens budgétaires, le contrôle des dépenses du fonds est réglé par la Constitution, les lois sur la Comptabilité de l’État, coordonnées par l’arrêté royal du 17 juillet 1991, l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif et budgétaire, l’arrêté royal du 31 mai 1966 portant règlement du contrôle des engagements des dépenses dans les services d’administration générale de l’État et la loi du 29 octobre 1846 relative à l’organisation de la Cour des comptes.
