Terwijl het recht op privé-leven aan elke natuurlijke persoon wordt gewa
arborgd, ook aan de personen die beslissen lid te worden van een groepering met name met een levensbeschouwelijk of godsdienstig doel; terwijl ter uitvoering van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet de wet van 8 decembe
r 1992 in artikel 6 heeft verduidelijkt dat de persoonsgegevens die betrekking hebben op de levensbeschouwelijke of godsdienstige overtuigingen alleen konden worden verwerkt in het kader van de door
of krachtens de wet ...[+++]vastgestelde doeleinden (artikel 6 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, vóór de wijziging ervan bij de wet van 11 december 1998); Alors que, le droit à la vie privée est garanti à toutes les personnes physiques, en ce compris celles
qui décident d'être membre d'un groupement notamment à vocation philosophique ou religieuse; qu'en exécution des articles 10, 11 et 22 de la Constitution, la loi du 8 décembre 1992 a précisé, en son article 6, que les données à caractère personnel ayant trait aux opinions philosophiques ou religieuses, ne pouvaient être traitées que dans le cadre de finalités déterminées par ou en vertu de la loi (article 6 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel,
...[+++] avant sa modification par la loi du 11 décembre 1998);