1. De in de artikelen 13 tot 17 van dit Verdrag vastgelegde voorrechten, immuniteiten, faciliteiten en bijzondere rechten worden aan de betrokken personen niet verleend voor hun persoonlijk gewin maar om de onafhankelijke uitoefening van hun functies bij het Hof te waarborgen.
1. Les privilèges, immunités, facilités et prérogatives prévus aux articles 13 à 17 du présent accord sont accordés aux personnes concernées, non à leur avantage personnel mais afin de garantir leur indépendance dans l'exercice des fonctions qu'elles remplissent auprès du Tribunal.