Gevolg gevend aan een verzoek om advies dat de minister van Lands
verdediging aan het Vast Comité I heeft gericht inzake het voorontwerp van wet tot wijziging van de artikelen 42 en 44 van de organieke wet van 30 november 1998 op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten,
heeft het Vast
Comité I voorgesteld het advies van de Raad van State te volgen en een beslissingsmacht aan het beroepsorgaan (te weten het Vast
Comité I) toe te kennen, wanneer tijdens dit toezicht zou blijken dat voorwaarden van de gecontroleerde intercepties manifest
...[+++]niet overeenstemmen met de wettelijke bepalingen en/of met de toelating gegeven door de « Chef Defensie ».Faisant suite à une demande d'avis que le ministre de la Défense nationale lui a adressé sur un avant-projet de loi modifiant les articles 42 et 44 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité, le Comité permanent R a proposé de rencontrer l'avis du Conseil d'État en octroyant un pouvoir de décision à l'organe de contrôle (à savoir le Comité permanent R), lorsqu'il apparaît que les conditions mises à une interception contrôlée ne sont manifestement pas conformes aux conditions légales et/ou à l'autorisation donnée par le « Chef Défense ».