De heer Vanlouwestelt de vraag of uit hetgeen werd gezegd zou kunnen worden afgeleid dat de voorliggende teksten in de lijn liggen van het wetsvoorstel van de heer Vandenberghe.
M. Vanlouwe demande s'il faut déduire de ce qui vient d'être dit que les textes à l'examen se situent dans la ligne de la proposition de loi de M. Vandenberghe.