Wat de onderliggende suggestie in de prejudiciële vraag betreft, dat bij de ontslagregeling een onderscheid zou kunnen worden gemaakt naargelang het onvoldoende presteren van het betrokken personeelslid nog kan worden geremedieerd door tewerkstelling in een ander ambt, antwoordt de ARGO dat niet valt in te zien hoe een slecht functionerend personeelslid via tewerkstelling in een ander ambt zou kunnen worden aangezet tot beter functioneren.
S'agissant de la proposition sous-jacente à la question préjudicielle, qui suggère qu'une distinction pourrait être faite dans la réglementation du licenciement, selon qu'il serait encore possible ou non de remédier aux prestations insuffisantes du membre du personnel concerné par une affectation à un autre emploi, l'ARGO répond ne pas apercevoir en quoi pareille réaffectation inciterait un membre du personnel travaillant de façon déficiente à mieux remplir ses fonctions.