Art. 11. Wanneer de museumspoorlijnuitbater in zijn veiligheidsbeheersysteem een maximumduur van onderbreking in de uitoefening van een veiligheidsfunctie heeft bepaald en indien die duur overschreden werd, gaat hij over tot het nazicht van de vakbekwaamheid van het betrokken veiligheidspersoneelslid, alvorens hem opnieuw tot deze functie toe te laten.
Art. 11. Lorsque l'exploitant de la ligne ferroviaire musée a fixé dans son système de gestion de sécurité une durée maximale d'interruption dans l'exercice d'une fonction de sécurité et si cette durée a été dépassée, il procède à la vérification de l'aptitude professionnelle du membre de personnel de sécurité concerné avant de l'autoriser de nouveau à exercer cette fonction.