De vraag blijft echter of, door het verdwijnen van deze tuchtrechtelijke functie, geen vacuüm dreigt te ontstaan ten aanzien van bepaalde gedragingen van beroepsbeoefenaars die meer zijn dan een schending van de eer en de waardigheid van het beroep, en waardoor niet alleen het groepsbelang, maar tevens het algemeen belang in de verdrukking zou komen.
Reste à savoir si la disparition de cette fonction disciplinaire ne risque pas de créer un vide à l'endroit de certains comportements de praticiens professionnels, comportements qui iraient au-delà d'une violation de l'honneur et de la dignité de la profession et porteraient atteinte non seulement à l'intérêt du groupe mais également à l'intérêt général.