4. Wanneer een in subregionaal, regionaal of mondiaal verband overeengekomen regeling voor monitoring, controle en toezicht geldt, stellen de staten voor de vaartuigen die hun vlag voeren maatregelen vast die compatibel zijn met die regeling.
4. Lorsqu'un système de contrôle et de surveillance convenu aux plans sous-régional, régional ou mondial est en vigueur, les États veillent à ce que les mesures qu'ils imposent aux navires battant leur pavillon soient compatibles avec ce système.