7. Op basis van goede praktijken ontwikkelt de Commissie samen met de lidstaten richtsnoeren en opleidingsprogramma's om de identificatie en opsporing van voor de Unie van belang zijnde invasieve uitheemse soorten en, voor zover mogelijk, van voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten te vereenvoudigen door middel van samenwerking tussen alle bij de in lid 2 bedoelde controles betrokken autoriteiten.
7. Sur la base des meilleures pratiques, la Commission élabore, conjointement avec les États membres, des lignes directrices et des programmes de formation visant à faciliter l'identification et la détection des espèces exotiques envahissantes préoccupantes pour l'Union et, dans la mesure du possible, des espèces exotiques envahissantes préoccupantes pour les États membres, grâce à la coopération entre toutes les autorités participant aux vérifications visées au paragraphe 2.