Art. 14. § 1. De landbouwer die zich beroept op één van de gevallen bedoeld in de artikelen 10 tot 13 dient zijn verzoek om toegang tot d
e reserve in via de eenmalige aanvraag, samen met de volgende bewijsstukken : 1° in overlijdensgevallen en naar gelang van de persoon die in het geval v
an overmacht of van uitzonderlijke omstandigheden verkeert, de stukken bedoeld in artikel 9, § 3, van het ministerieel besluit van 23 april 2015 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systee
...[+++]m van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers; 2° in de gevallen van arbeidsongeschiktheid, de stukken bedoeld in artikel 10, § 2, van het ministerieel besluit van 23 april 2015 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers; 3° in de gevallen van natuurramp, een attest van teeltschade of, bij gebreke daarvan, elk ander bewijsstuk.Art. 14. § 1 . L'agriculteur qui se prévaut d'un cas visé aux articles 10 à 13 introduit sa demande d'accès à la réserve via la demande unique, en l'accompagnant des pièces justificatives : 1° dans les cas de décès, et selon la personne bénéficiant du cas de f
orce majeure ou de circonstance exceptionnelle, des pièces visées à l'article 9, § 3, de l'arrêté ministériel du 23 avril 2015 exécutant l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 février 2015 exécutant le régime des paiements directs en faveurs des agriculteurs; 2° dans les cas d'incapacité professionnelle, des pièces justificatives visées à l'article 10, § 2, de l'arrêté ministériel
...[+++]du 23 avril 2015 exécutant l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 février 2015 exécutant le régime des paiements directs en faveurs des agriculteurs; 3° dans les cas de catastrophe naturelle, une attestation de dégâts aux cultures ou, à défaut, tout autre document probant.