Specifieke methoden en uitzonderlijke methoden mogen slechts aangewend worden « op voorwaarde dat de inlichtingendienst voorafgaandelijk over concrete aanwijzingen beschikt dat de advocaat, de arts of de journalist persoonlijk en actief meewerkt of heeft meegewerkt aan het ontstaan of aan de ontwikkeling van de potentiële bedreiging » (artikel 18/3, § 1, tweede lid) of de ernstige bedreigingen » (artikel 18/9, § 4).
Les méthodes spécifiques et les méthodes exceptionnelles ne peuvent être mises en œuvre qu'« à condition que le service de renseignement dispose au préalable d'indices concrets que l'avocat, le médecin ou le journaliste participe ou a participé personnellement et activement à la naissance ou au développement de la menace potentielle » (art. 18/3, § 1 , alinéa 2) ou des menaces graves » (art. 18/9, § 4)