Volgens de verordening moet elke lidstaat een nationaal programma voor de beveiliging van de burgerluchtvaart aannemen, en één instantie aanwijzen die de uitvoering hiervan coördineert en controleert.
Aux termes du règlement, chaque État membre devra adopter un programme national de sûreté en matière d'aviation civile et désigner une autorité unique pour coordonner et contrôler sa mise en œuvre.