Zes maanden voordat de veroordeelde zich in de bij artikel 26, § 1 of § 2 bepaalde tijdsvoorwaarden bevindt, licht de directeur hem schriftelijk in over de mogelijkheid tot het aanvragen van een voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering.
Six mois avant que le condamné se trouve dans les conditions de temps déterminées par l'article 26, § 1 ou § 2, le directeur l'informe par écrit sur la possibilité de demander une mise en liberté provisoire en vue de l'éloignement du territoire ou de la remise.