138. herinnert eraan dat toegang tot gezondheidszorg een grondrecht is en verzoekt de lidstaten in het bijzonder om ervoor te zorgen dat ook illegale migranten, en in het bijzonder zwangere vrouwen en minderjarigen, dit recht in de praktijk kunnen uitoefenen, daarbij gehoor gevend aan de punten van zorg die vervat zijn in het verslag van het Bureau voor de grondrechten van 11 oktober 2011;
138. rappelle que l’accès aux soins de santé est un droit fondamental; demande en particulier aux États membres de rendre ce droit accessible en pratique, y compris aux migrants en situation irrégulière, en particulier les femmes enceintes et les mineurs, faisant ainsi écho aux préoccupations exprimées par l’Agence des droits fondamentaux dans son rapport du 11 octobre 2011;