De uithandengeving lijkt niet in staat een einde te stellen aan hun delinquent gedrag, zonder dat het op dit ogenblik mogelijk is te zeggen in welke mate dit te maken heeft met de specifieke moeilijkheid van de betreffende groep jongeren, dan wel met het niet adequaat zijn van de maatregelen.
Le dessaisissement se révèle donc incapable de mettre fin aux comportements délictueux, sans qu’il soit actuellement possible de dire dans quelle mesures cela est dû à une population spécifiquement difficile ou à l’inadéquation des mesures.