De Regering kent aan de studieprefecten of directeurs, werkplaatsleiders, provisors of onderdirecteurs en werkmeesters bedoeld bij de artikelen 4 en 5 weddeschalen toe die verschillen naargelang enerzijds van het niveau van het secundair onderwijs waarop de betrokken personeelsleden als vast benoemden het wervingsambt hebben uitgeoefend dat hen heeft toegelaten rechtstreeks of onrechtstreeks toegang te hebben tot het selectieambt of het bevorderingsambt, anderzijds van hun bekwaamheidsbewijs.
Le Gouvernement attribue aux préfets des études ou directeurs, chefs de travaux d'atelier, proviseurs ou sous-directeurs et chefs d'atelier visés aux articles 4 et 5, des échelles barémiques différentes en fonction d'une part du niveau d'enseignement secondaire auquel les membres du personnel concernés ont exercé à titre définitif la fonction de recrutement qui leur a permis d'accéder, directement ou indirectement, à la fonction de sélection ou de promotion, d'autre part de leur titre de capacité.