De lidstaten bepalen evenwel dat de gegevens die op grond van de leden 2 en 5 zijn ontvangen, en die welke zijn verkregen naar aanleiding van de in artikel 11 bedoelde verificaties ter plaatse, in geen enkel geval op grond van dit lid mogen worden medegedeeld, tenzij met uitdrukkelijke instemming van de bevoegde autoriteiten die de gegevens hebben verstrekt of van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de verificatie ter plaatse is verricht.
Toutefois, les États membres prévoient que les informations reçues au titre des paragraphes 2 et 5 et celles obtenues au moyen des vérifications sur place visées à l'article 11 ne peuvent jamais faire l'objet des communications visées au présent paragraphe, sauf accord explicite de l'autorité compétente qui a communiqué les informations ou de l'autorité compétente de l'État membre où la vérification sur place a été effectuée.