De Lid-Staten laten aan de in titel III bedoelde agentschappen en bijkantoren , die op het tijdstip van de inwerkingtreding van de maatregelen tot uitvoering van deze richtlijn in één of meer van de in artikel 1 bedoelde branches werkzaam zijn , en hun werkzaamheden niet uitbreiden in de zin van artikel 10 , lid 2 , een termijn van ten hoogste vijf jaar , aanvangende op het tijdstip van kennisgeving van de richtlijn , om aan de voorwaarden van artikel 25 te voldoen .
Les États membres laissent aux agences et succursales visées au titre III et qui, au moment de l'entrée en vigueur des mesures d'exécution de la directive, pratiquent une ou plusieurs des branches visées à l'article 1er et n'étendent pas leur activité au sens de l'article 10 paragraphe 2, un délai maximum de cinq ans à partir de la notification de la directive pour se conformer aux conditions de l'article 25.