Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat, naar het voorbeeld van het vernietigde decreet van het Vlaamse Gewest van 2 april 2004, de in het geding zijnde bepaling de artikelen 5, 39 en 134 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2 en 19, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en met de artikelen 2, § 1, en 7 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, schendt.
Il ressort de ce qui précède que, à l'instar du décret de la Région flamande du 2 avril 2004 annulé, la disposition en cause viole les articles 5, 39 et 134 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 2 et 19, § 3, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles et avec les articles 2, § 1 , et 7 de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises.