32. betreurt dat de UfM onvoldoende financiering krijgt en ook het feit dat de lidstaten aan beide zijden van de Middellandse Zee een gebrek aan belangstelling aan de dag leggen; betreurt het feit dat de EU niet echt duidelijk is in zijn beleid voor de Middellandse Zee en vraagt de EU een strategische langetermijnvisie te ontwikkelen voor de ontwikkeling en stabilisering van de regio; hamert erop dat het Euromediterraan integratieproces op de Europese agenda een prioritaire plek moet krijgen;
32. déplore le manque de moyens alloués à l'UpM et la grande faiblesse de l'engagement des États membres des deux côtés de la Méditerranée; regrette le flou qui entoure la politique méditerranéenne de l'Union européenne et appelle de ses vœux une vision stratégique à long terme pour le développement et la stabilisation de la région; insiste sur la nécessité d'ériger le processus d'intégration euro-méditerranéen au rang de priorité politique de l'ordre du jour européen;