Volgens de verwijzende rechter zou die bepaling, samen met artikel 57, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek tot gevolg kunnen hebben dat de termijn van verzet begint en verstrijkt zonder medeweten van degene aan wie wordt betekend en zulks, zonder dat de persoon aan wie wordt betekend verantwoordelijk is voor het feit dat zijn woonplaats of verblijfplaats niet gekend is.
D'après le juge a quo, cette disposition et l'article 57, alinéa 2, du Code judiciaire pourraient avoir pour effet que le délai d'opposition débute et expire à l'insu du signifié, et ce, même sans responsabilité du signifié quant à la méconnaissance de son domicile ou de sa résidence.