In het arrest nr. 22/98 van 10 maart 1998 merkte het Hof op dat, en
erzijds, artikel 4, tweede en derde lid, van dat decreet van 20 december 1996, me
t betrekking tot de begroting 1997, dezelfde inhou
d heeft als artikel 2, § 1, tweede en derde lid, van hetzelfde decreet, met betrekking tot de begroting 1996 en, anderzijds, de laatstgenoemde bepaling slechts een louter vormelijke aa
npassing zou kunnen zijn ...[+++] die in werkelijkheid, voor het begrotingsjaar 1996, de handhaving van de bepalingen verdoezelt die bij het arrest nr. 54/96 van 3 oktober 1996 zijn vernietigd voor het begrotingsjaar 1995.
Dans l'arrêt n° 22/98 du 10 mars 1998, la Cour observait, d'une part, que l'article 4, alinéas 2 et 3, de ce décret du 20 décembre 1996 avait, en ce qui concerne le budget de 1997, le même contenu que l'article 2, § 1, alinéas 2 et 3, du même décret, portant sur le budget de 1996 et, d'autre part, que cette dernière disposition pourrait n'être elle-même qu'une adaptation de pure forme dissimulant, en réalité, le maintien, pour l'année budgétaire 1996, des dispositions annulées pour l'année budgétaire 1995 par l'arrêt n° 54/96 du 3 octobre 1996.